Graag wil ik in deze duistere tijd met jullie delen wat ik weet over de terugkeer van het Licht. Christenen geloven dat er een Licht in de wereld geboren is dat ons hoop en vertrouwen geeft: ‘Een Weg die leidt uit de nacht. “Ga maar, Ik ga met je mee.” Alles komt goed. Geloof het maar.’ (Elly Mulder). Zelf geloof ik dat die Weg zorgvuldig is voorbereid in overeenstemming met de kosmische cycli. In vroegere tijden waren er wijzen die heel goed wisten wat er op aarde gaande was. Drie van hen worden in het evangelie van Matteüs genoemd. Het zijn de drie magiërs uit het Oosten. Een van die magiërs werd later Caspar genoemd. Hij zou uit Afrika afkomstig zijn. En het is nog waar ook!

Want een van de drie magiërs was afkomstig uit Ethiopië en hij vroeg zich af of het kind dat hij in Bethlehem eer had bewezen zijn taak om de mensheid te redden wel alleen aan kon. Hij kende de families in Ethiopië die stambomen bijhielden die teruggingen tot koning Salomo en de koningin van Sheba. Zodoende wist hij dat er in de buurt van het huidige Axum een meisje geboren was uit het huwelijk van een oudere Egyptenaar en een jonge vrouw die in een klooster was opgegroeid en niet bekend was met het kwaad in de wereld. Hij ging met de andere twee magiërs naar het echtpaar toe. Zij vroegen of zij de perkamenten geboortepapieren van het meisje mochten inzien. Zij lazen die, verrichtten een aantal tests en kwamen tot de overtuiging dat zij de bruid van de Messias hadden gevonden.

Er werd een karavaan uitgerust die het eenjarige meisje naar Jeruzalem had moeten brengen. Zij werd begeleid door haar vader en haar grootmoeder. In de Sinaï-woestijn werd de karavaan overvallen door rovers en alleen het meisje ontsnapte aan de dood. Zij had zich verstopt: ‘En wie weet, wie weet wie degene was die dat mes uit de schede trok. Maar ik lag verborgen onder de dekens dichtbij een kameel. Lijkend op dekens van een kameel was ik verborgen, was ik verborgen met de Boekrollen van het Licht.’

Bedoeïenen vonden haar alleen in de woestijn en ontdekten dat de perkamenten rollen onder haar jurkje geschreven waren in een taal die ze maar half begrepen. Zij brachten het meisje naar de Essenen die echte geleerden waren.

Zo kwam zij als pleegkind terecht in het gezin van de ouders van Lazarus die in Bethanië bij Jeruzalem woonden. Uit de perkamenten rollen was gebleken dat zij de bruid van Jeshua, de zoon van Maria, zou worden. Het was beter als bijna niemand dat wist. De ouders van Lazarus deden alsof zij de opvoeding op zich namen van de dochter van een zuster die niet voor haar kind kon zorgen. Zo werd zij Maria van Bethanië en een zuster van Lazarus. Zij kreeg een gefingeerde afstamming die de behoeften bevredigde van hen die zich anders tegen een huwelijk met Jeshua zouden gaan verzetten.

Moeder Maria nam de opvoeding over toen Maria van Bethanië zes jaar oud was geworden. Pas op haar negende mocht zij weten van haar hoge afkomst uit Ethiopië. Zelf vertelde zij dit, toen mijn vriendin Irene samen met het medium Judith Moore en Monique, een gemeenschappelijke vriendin, in de buurt van Axum bij een riviertje met heilig water waren aangekomen. De Weg die leidt uit de nacht vereist ook een vrouwelijke hand. Lang hebben we dat niet geweten. Daarom was Maria van Bethanië zo blij dat haar boodschappers op de plaats van haar geboorte waren aangekomen. Waar ooit de drie magiërs waren geweest, kwamen drie boodschappers van de Levende Graal aan. Judith voelde direct de aanwezigheid van Maria van Bethanië die de volgende woorden doorgaf:

Ik hoorde het verhaal dat ik nu ga vertellen pas later in mijn leven en wel van Moeder Maria. Want ik wist lange tijd niet wie ik was of wat mijn oorsprong was. Want dat werd zelfs voor mij geheim gehouden. En Moeder Maria was een prachtige en liefhebbende Moeder. Ik was grootgebracht in de familie van Lazarus. En op de leeftijd van zes jaar werd ik naar Moeder Maria gebracht om door haar geïnstrueerd te worden. Drie jaar lang ontving ik instructies totdat ik ervoor klaar was dat de heilige rollen van licht uit Ethiopië aan mij getoond konden worden. Dat waren de rollen die mij begeleid hadden tijdens mijn doorreis als een klein kind naar het heilige land, door het land van de farao’s naar het heilige land van mijn Geliefde.

Op een dag werd ik opgehaald en naar de gebedsruimte van Moeder Maria gebracht en ze sprak niet tot mij. Die dag was ik aan het vasten en verzonken in gebed. Zij wekten mij bij het eerste licht van de dageraad. Zij vertelden mij te zwijgen. Ik had drie dagen lang gevast en ik was negen jaar oud … Ik werd gebracht naar Moeder Maria in haar gebedsruimte. Voor haar lagen rollen, oude rollen. En ik beefde, toen ik de heilige ruimte binnenwandelde. Ze zei: ‘Kind, sluit je ogen.’ En ik sloot mijn ogen. Ik werd neergelegd voor Moeder Maria en de rollen die voor haar lagen. Moeder Maria reinigde mijn handen en zegende ze met heilig water. Ze zei dat het water afkomstig was van de plek van mijn doop, van de heilige wateren van het Verbond van leven. Het water was in een klein flesje met mij meegereisd.

Zij sprenkelde wat water op mijn handen. Terwijl ze dit deed begonnen mijn handen te tintelen en ik voelde zoveel leven in mijn lichaam toen dat water mijn handen raakte. En Moeder Maria sprak tot mij: ‘Gij zijt de Gezalfde, Dochter van het Licht, zie wat aan jou geopenbaard dient te worden. Gij zijt de Dochter van het Verbond, van de heilige orde van de oude afstamming van de profeet Henoch.’ Daarop begon zij de passages voor te lezen van de geschriften, de rollen van licht, die bij mij gevonden waren. En ik hoorde mijn verhaal.

Die dag in de negende cyclus van mijn leven vernam ik het verhaal van mijn geboorte in Ethiopië en hoorde ik van mijn afkomst van de koningin van Sheba, van de magiërs die de uitverkorene zorgvuldig gekozen hadden aan de hand van haar afkomst, haar bloedlijn en aan de hand van tekens en lichten aan de hemel, van bepaalde dingen die gebeurden, ook rond mijn ouders bij hun ontmoeting en hun heilige huwelijk. Zij moesten met elkaar verenigd worden in de Tempel van de Maan en de Zon in Yeha, om verenigd te worden voor altijd op de oude wijze van de geschriften. Zij moesten de bloedlijnen samenbrengen van Sheba en Salomo.

Ik vernam van de dag van de grote viering van mijn geboorte in dit heilige land en de viering door de mensen, toen ik drie dagen na mijn geboorte gebracht werd naar deze heilige plek. Er waren vele heiligen, de ouden kwamen. Zelfs werden enkelen hierheen gebracht van hen die in de binnenrijken van de bergen leefden. Zij kwamen tevoorschijn uit hun kluizenaarschap. Veel mensen kwamen hier bijeen en vierden de geboorte van de Dochter van het Verbond.’

Jozef van Arimathea

 

Wie was deze Dochter van het Verbond? De evangelieschrijvers gingen haar Maria Magdalena noemen, omdat zij van Magda, de koningin van Sheba, afstamde. Toen zij met Jeshua trouwde, kwam Jozef van Arimathea met een bijzonder huwelijksgeschenk aanzetten. Het was een beker waarvan hij beweerde dat hij die op een heuvel bij het latere Glastonbury uit de kosmos had ontvangen. Ik weet niet wat hij tegen de jonge bruid heeft gezegd. Maar het zou het volgende kunnen zijn geweest:

‘Er zijn nog twaalf andere bekers. Dit is de dertiende die de overige twaalf verenigt. Alles wat jij later in het zuiden van Gallië aan de mensen zal doorgeven zal over vele eeuwen in een duistere periode van de mensheid verloren gaan. Maar het verhaal van deze beker zal voortleven en er zullen mensen komen die jouw werk gaan voortzetten zonder te weten dat jij hiermee begonnen was. Zij zullen de wegbereiders, de voorlopers zijn van jouw wederkomst als de vrouwelijke Christus.’

Maria Magdalena keek Jozef van Arimathea indringend aan: ‘Er is nog een manier waarop ik zal voortleven. Toen op deze dag mijn sluier werd opgelicht en ik in de ogen van mijn Geliefde keek, wist ik dat mijn ziel thuis was gebracht om mij met hem te verenigen. Ik wist dat ik zwanger zou worden van het heilige nageslacht en dat daarmee een verborgen licht zich door de mensheid zou gaan verspreiden.’

Jozef van Arimathea glimlachte. Maria Magdalena had het juist voorvoeld. Hij voorzag dat het plan om de mensheid terug te voeren naar de bron van Creatie zou gaan lukken: ‘Jouw oudste dochter zal Sara heten, wat Dochter van het Licht betekent. Haar erfenis zal ook verloren gaan, maar niet voorgoed. Eens zal haar licht herrijzen uit de donkere nacht van de ziel. Ver voor die tijd zal dat verborgen licht zich via afstamming door de mensheid verspreid hebben. De gevallen engelen hebben de erfelijke code van de mensheid aangetast en daarmee het bewustzijn van velen ingeperkt. Dat hebben ze gedaan in opdracht van duistere krachten die deze prachtige planeet willen overheersen met angst. Daarom zijn Jeshua en jij nu in de echt verbonden. In jullie kinderen zal de oorspronkelijke blauwdruk van de mens opnieuw actief werkzaam zijn. Licht en liefde zullen zich over de aardbol gaan verspreiden en er zullen steeds meer mensen komen die de kracht van mededogen ontdekken.’

‘En daar gaat het om?’ vroeg Maria Magdalena. ‘Ja, dat is het begin. Ik voorzie dat er over tweeduizend jaar een nieuw tijdperk zal aanbreken, het tijdperk van compassie. Mededogen is de ontbrekende schakel, de eerste stap naar genade. De tweede stap is de vreugde van het innerlijke kind, en genade is oneindige, onsterfelijke schepping. Dit moet de mensheid nog ontdekken, maar het gaat gebeuren zodra mensen ophouden over elkaar te oordelen.’

 

Herbert van Erkelens,

Haarlem, 21 december 2020